Wanhopig.

De deur gaat open en daar staat hij…een man met een schort voor en blossen op zijn wangen.

Ze is boven en heeft geen hulp nodig zegt ze…maar ik hoop dat je haar even wilt helpen.

De man slaat zijn ogen neer en fluistert “ik kan het niet alleen”hij draait zich om en gaat verder met stofzuigen.

Dit huis voelt goed..maar ik voel de wanhoop aan alle kanten op mij neer komen.

In de grote luxe en van alle gemakken voorziene badkamer staat ze in de spiegel te kijken. Als zij mij opmerkt draait zij zich om en zegt ” weet je hoe raar het is dat ik er binnenkort gewoon niet meer ben?

Nee,het gaat goed hoor ik heb geen hulp nodig.

Zal ik u even helpen dat u lekker even in bad kan? En voordat ik het eigenlijk door heb ligt ze heerlijk in een schuimbad en zit ik op het randje van het bad.

De morfinepomp verbindt ons maar ik hou hem alleen maar vast.

Intens gelukkig kruipt ze schoon in haar schone bed.

Dit doet mij zeer,meer zeer dan ik ooit had gedacht.

Komt dit omdat dit zo dichtbij komt? Komt dit omdat ik net aan deze situatie ontsnapt ben??of komt dit omdat ze mij het gevoel geeft dat ik iets voor haar kan betekenen?

Haar ogen vallen dicht en ik ga naar beneden.

Ooit was hij internist/ oncoloog in het plaatselijke ziekenhuis, nu is hij alleen nog een radeloze man die niet zag dat zijn eigen vrouw doodziek is.

Gewoon een mens net als iedereen.

Vroeger was hij mijn dokter…ik ben al mijn hele leven een zuster.