GEVEN of ONTVANGEN?

Ik zeg dat ik MOET schrijven…het moet eruit ..Gertjan zegt: ‘Ik zoek je ipad wel even voor je..’
He ?? Gaat Gertjan mijn ipad zoeken???

Ik zie Simone Kleinsma zingen. Al haar emoties gestopt in een paar liedjes. De emoties moeten eruit. Komen overal uit. Ze zijn vertaald in één lied, gezongen op een manier die ik nog nooit gehoord heb. Of komt het omdat ik ze nu echt hoor?.
Of komt het omdat ik besef wat ik kan horen? Of weet wat ik moet kunnen horen?
Vanmiddag las ik eindelijk een Libelle. Er liggen er nog zeker tien ingepakt. Waar ik eigenlijk geen tijd voor had, maar nu eindelijk tijd voor heb gemaakt …
Maar mijn gedachten dwaalden af..naar vanmorgen ..

Te vroeg rij ik de straat in. In korte broek gekleed doet meneer mij open en zijn ogen stralen rust uit. ‘Goedemorgen Judith. Wat ben je lekker vroeg!’. Mevrouw haalt diep adem en staat moeizaam, met een van pijn vertrokken gezicht, op en probeert zo snel mogelijk naar de traplift te komen. Ondertussen weet mijn telefoon weer niet wie ik ben. Ik haal mijn schouders op en denk alleen: ‘Als ik maar weet wie ik ben’.
‘Oh wat heerlijk dat u zo vroeg bent. Ik hou van de morgen. Ik hou van een nieuwe dag. De zon die langzaam op komt. De vogels die langzaam wakker worden. Opeens horen we ook allemaal vogels kwetteren. We luisteren even stil.
Moeizaam, stap voor stap, wanhopig steun zoekend, probeert ze al kreunend zichzelf in de douchestoel te krijgen. Ze zucht diep als het eindelijk weer gelukt is .

‘Vindt u de Mattheüs ook zo mooi mevrouw?’, hoor ik aan de andere kant van de verveloze deur. ‘Ja meneer…het is de mooiste muziek van de wereld’. ‘Moet ik deze dingen aan? Iedereen wil ons leven overnemen. Gooit onze “oude rotzooi” weg. Maar dat was ons leven. Zo lang samen. Ze gooien ons leven hier gewoon weg’.
‘Mevrouw ik heb hier van die dingen. Wat moet ik daar nou mee?’. ‘Meneer ik kom u zo helpen. Eerst even uw vrouw helpen’.

Ik was haar rug en haar haar en laat het warme water helend over haar gezicht stromen en droog haar daarna zorgvuldig af.
Een smeerseltje (eindelijk heeft ze weer een nieuwe tube) smeer ik op haar rug, haar borst, haar armen en benen.
Ik geef haar tijd om haar haar te föhnen. Meneer vraagt wat ik het mooiste vind uit de Mattheüs. ‘Dat u dat ook zo mooi vind’. ‘Els, zij vindt het ook zo mooi!’ Zijn droom is om het in het echt te zien. Beschaamd bedenk ik, dat ik het de laatste 20 jaar zo vaak op meerdere plaatsen ter wereld gezien en gehoord heb.
Ik begrijp wel wat hij bedoelt. Eenmaal beneden doe ik haar haar aangepaste stugge stijve schoenen met beugels aan, zodat ze weer iets meer kracht heeft om zichzelf voort te bewegen .
‘Judith, ons leven ligt overhoop. Maar we redden het wel. We zijn al zolang samen.
Het lijkt of iedereen weet hoe het verder moet. Maar het is toch ons leven?
We zijn altijd zuinig geweest. Altijd gespaard, maar de kinderen hebben nooit genoeg!’
De cd-speler gaat aan. Meneer heeft het voor elkaar. Ik hoor ‘Erbarme dich’. Even ben ik weer terug bij mijn ouders. Een krakkemikkige platenspeler, maar de muziek raakte mijn hart.
Niet veel mensen weten dat de Mattheüs de mooiste muziek ter wereld is.
Niet veel mensen weten dat ik het overal ter wereld gehoord en gezien heb.
Misschien was deze uitvoering wel de mooiste ter wereld.
Ik zag de rust in de ogen van deze mensen terugkomen. Nee, vandaag geen bad, geen benen smeren, geen steunkousen. Vandaag was ‘Erbarme dich’ genoeg!

Een paar dagen geleden dacht ik, dat ik dit geen drie dagen achter elkaar aan zou kunnen. Nu denk ik ‘Ik ga wel. Graag zelfs!’
Toen ik wegging, zei meneer tegen zijn vrouw, ‘Morgen komt ze terug. De Mattheüs is ook haar lievelingsmuziek. Om 8 uur moet hij aan staan!’
Respect voor dit echtpaar. Zo lang bij elkaar. Morgen ‘Erbarme dich’.
Deze uitvoering blijft me vast langer bij, dan al die andere.

Vanuit het hoekje hoor ik, ‘Bedankt voor de rust’.

Een uurtje later laat ik het echtpaar tevreden achter. Misschien nog een dag samen, zonder verdere inmenging in hun steeds wankeler en op instorten staand zelfstandige leven. Langzaam rijd ik een paar straten verder.

Ik hou zo veel van mijn werk. Ik krijg waardering. Ik hoor zelfs, ’Ja, jou heb ik vaker gezien. Juffrouw ik hou zo veel van jou!!’

Heel voorzichtig wordt de deur op een kiertje gezet en daar staat hij weer. Het weinige en spierwitte haar staat alle kanten op en de lichtblauwe ogen lichten op.
Moeizaam strompelt hij met afgezakte zwachtels en op blote voeten naar de kamer. Zichzelf vasthoudend aan alles wat hij tegenkomt.

‘Ja. Ik heb jou vaak gezien! Ik ken jou. Jou ken ik al heeeel lang. Jij hebt mijn vrouw ook gekend.’
‘Jij hebt Maroesha gekend’. Trippelend op haar bureaustoel en met een smoezelige blouse aan. Want ze kon de vlekken niet meer zien. Ik zie haar weer voor me. ‘Nico, Nicootje. Doe niet zo lelijk! Zij komen ons helpen!’

Een gedachte schiet door mijn hoofd. ‘Oh, wat zal ik later, mocht ik alleen overblijven, vreselijk lelijk doen tegen hulpverleners, die niet weten waar ze het over hebben en die het allemaal zo goed weten.’

Het kopje oploskoffie wordt aangepakt, alsof het de lekkerste koffie van de wereld is ..
‘Ja, juffrouw, ik ken jou. Weet u, ik hou zoooo veel van jou’. De zowat tandeloze oude mond komt griezelig dicht in mijn buurt. De opgeheven wijsvinger benadrukt het. ‘Ik ken jou al zooooo lang’ ‘Moet ik nou weer onder de douche? Dan word ik nat hoor!’. Ik zie weer een tandeloze grijns van oor tot oor..
Een oude boterham met oude zwetende kaas wordt door hem opgegeten, alsof het het duurste broodje van de wereld is.
‘Ja, deze drie pilletjes heb ik altijd’. En met een brede grijns zegt hij, dat ze weer weg zijn. De smoezelige zwachtels rolt hij lachend op. ‘Ja, zo verdien ik mijn zakgeld. Ja, jou ken ik al zo lang’.
Vanuit mijn ooghoek zie ik het memobord op de stoel staan. Er staat op dat zijn dochter vandaag niet komt en dat hij Lourens open moet doen. Zelfs onze naam is fout gespeld. Met alleen een luier aan, loopt hij voorzichtig naar de douche, waar het armzalige plastic krukje al klaar staat. Hij staat stil voor de spiegel in de gang. ‘Hé, ouwe, ben je daar weer?”. De knop voor koud is rood en de knop voor warm is blauw. Bovendien sproeit de douchekop alle kanten op, maar gelukkig weet ik tegenwoordig hoe ik zelf een beetje droog kan blijven. Genietend doet hij zijn ogen dicht en laat proestend het lauwe water over zijn gezicht stromen. Met een oude verkleurde spons wast hij zichzelf en laat mij een beetje helpen. Zelfs de resterende afgebroken onderdelen van zijn ooit gave gebit, worden keurig gepoetst. Het luierbroekje accepteert hij met de opmerking dat hij daar nu wel heel blij mee is. Kan hij zo gewoon weggooien. Grijnzend naar zijn spiegelbeeld, zegt hij tegen zichzelf, ‘Ja, je bent al 92. Ouwe.’ Wanneer ik op de poef ga zitten om zijn benen te zwachtelen, zegt hij, ‘Die komt uit Suez. Die heb ik al zo lang. Het is uit de tijd dat ik nog vaarde.’ In gedachten zie ik de zwart/witte poef die mijn ouders vroeger hadden.
Hij zoekt zijn mondharmonica en speelt wat onduidelijke versjes en Sari Marijs. Wanneer hij even wat lucht nodig heeft, zegt hij, ‘Dit speel ik voor jou. Ja, omdat ik zoveel van je hou!’
‘Dat mag ik toch wel zeggen, hè juffrouw? Ik bedoel er niks mee hoor!!!
Zonder jullie allemaal zou ik hier niet kunnen blijven.’ ‘Ne me quitte pas’ klinkt wat vals uit de overjarige mondharmonica. Als ik zijn benen zwachtel buigt hij naar voren en probeert mijn grijze haren te tellen. Lachend zegt hij dat ze niet makkelijk meer te tellen zijn. ‘Ja maar ik ken jou al zo lang. Jij hebt maroesha ook gekend hè?’.
Anderhalf uur later, laat ik hem tevreden etend achter. Een bakje warme noodles van de Action. Als hij geluk heeft komt zijn dochter morgen wel even bij hem langs. Haar vader is zo’n last. Ze kan het eigenlijk niet meer opbrengen..
Oh, had ik nog maar één keer een uurtje met mijn vader. Kon ik nog maar één keer zijn rug wassen.

Ik ben thuis en mijn benen doen zeer. Echt heel erg zeer. Ik kan bijna niet opstaan.
Maar dit wil ik echt niet. Lyme ga weg!!!
Een paar dagen vrij. Energie krijgen voor volgende week, voor dit paasweekend: alle kinderen komen eten!
Gelukkig willen ze graag komen: schoon,stief en eigen… Wat zijn wij rijk!!!

Glimlachend lees ik de mail van mijn collega. Ik word dinsdag ontvangen met de Mattheüs op volle sterkte. Nee, ik heb geen oordopjes nodig.
Ook na Pasen is de Mattheüs nog mooi. En hij kan niet hard genoeg aan!!!